Eventuele mee- en tegenvallers
In voorgaande paragrafen is inzicht gegeven in het financiële beeld zoals dat bekend is bij het opstellen van deze Najaarsnota 2024. Mede door het zomerreces kent dit product een lange (interne) doorlooptijd. De bijstellingen die in deze Najaarsnota zijn opgenomen zijn veelal gebaseerd op de inzichten van mei/juni. De behandeling van dit P&C-product in Provinciale Staten staat gepland in november.
Vanuit Provinciale Staten is eerder de behoefte geuit om op het moment van behandeling van P&C-documenten, zoals deze Najaarsnota, inzicht te hebben in te verwachten mee- en tegenvallers die het vermoedelijke jaarresultaat beïnvloeden en hoe die op langere termijn doorwerken. Het gebruik van financiële bandbreedtes wordt daarbij als wenselijk gezien. In het vervolg van deze paragraaf wordt daartoe een aanzet gedaan.
Lasten
Lastneming subsidies
In de provinciale begroting vormen subsidies een omvangrijk deel. De lastneming van subsidies is gebonden aan
specifieke verslaggevingsregels. Dat wil zeggen dat een verstrekte subsidie in het kalenderjaar 2024 niet altijd als
last (volledig) verantwoord zal worden in het boekjaar 2024. Voor subsidies onder de € 250.000 worden de lasten
verantwoord in het jaar waarin de activiteiten aanvangen. Voor subsidies boven de € 250.000 worden de lasten
toegerekend aan de jaren waarop de activiteiten betrekking hebben. Dit is ook als zodanig vastgelegd in de
provinciale financiële verordening in artikel 4.45.
Via de reguliere P&C-cyclus wordt zo goed mogelijke ingeschat van wat er aan subsidies verstrekt zal
worden en welke bedragen in welke jaren verantwoord gaan worden. De realisatie (= lastneming van subsidies)
kan hiervan afwijken doordat bijvoorbeeld activiteiten later beginnen dan eerder gedacht, of dat de planning van
de uitvoering van activiteiten wordt bijgesteld door de subsidieontvanger. Daarnaast is het ook mogelijk dat
richting het einde van het jaar er nog eindafrekeningen van subsidies binnenkomen. Als activiteiten niet (volledig)
door de subsidieontvanger zijn uitgevoerd dan resulteert dit in een teruggaaf aan de provincie. Dergelijke
incidentele voordelen zijn nog niet in de begroting geraamd en zullen pas bij het opstellen van de jaarstukken tot
uitdrukking komen. Qua bandbreedte wordt, op basis van voorgaande jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om
een bedrag tussen de € 10 mln en € 25 mln.
In het Statenvoorstel van deze Najaarsnota is een beslispunt opgenomen om een egalisatiereserve 'Lastneming subsidies' in te stellen. Daarin worden dan bij de jaarrekening de niet-bestede subsidiebudgetten gestort ter dekking van lastnemingen van die subsidies in komende jaren.
Planmatig onderhoud
Eén van de wettelijke taken van de provincie is om de eigen infrastructuur te bedienen, beheren, onderhouden en
geschikt te houden voor veilig gebruik. Daarbij wordt uitgegaan van het onderhoudsniveau ‘Sober en Doelmatig’,
wat betekent dat voorkomen wordt dat er een achterstand in onderhoud ontstaat en de provincie aansprakelijk is
voor eventuele schades die hierdoor zijn ontstaan. Via een plan- en projectmatige aanpak wordt invulling
gegeven aan deze wettelijke taak waar jaarlijks een substantieel bedrag mee is gemoeid. De
uitvoering van deze werkzaamheden vindt soms enkele weken eerder of later plaats dan bij het opstellen van
deze Najaarsnota bekend was. Dat kan ertoe leiden dat de lastneming al in 2024 plaatsvindt, terwijl dit voor 2025
was begroot. Of juist vice versa: dat de lasten in 2024 waren begroot, maar pas verantwoord worden in het jaar
2025. Deze fluctuaties worden, conform de gemaakte afspraken, verrekend met de egalisatiereserve beheer &
onderhoud maar hebben wel effect op de mate waarin de lasten in de begroting worden gerealiseerd.
Qua bandbreedte wordt, op basis van voorgaande jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag van
maximaal € 5 mln (zowel positief als negatief).
Uitvoeringskracht externe partijen
De provincie heeft als middenbestuur een bijzondere positie. De provincie maakt zelf beleid, voert veel taken zelf uit, maar de provincie heeft ook veel verschillende rollen als het gaat om faciliteren, stimuleren, regisseren, participeren en initiëren van nieuwe ontwikkelingen en projecten samen met anderen. Het omgaan met die externe omgeving, waarin vanuit verschillende rollen wordt samengewerkt met partners, vormt een belangrijk deel van het provinciale speelveld. De mate waarin provinciale ambities worden gerealiseerd is afhankelijk van de uitvoeringskracht van externe partijen (zoals gemeenten, leveranciers, aannemersbedrijven, grondverzet- en grondwerkbedrijven, omgevingsdiensten, etc.). Die afhankelijkheid kan de planning, en daarmee de realisatie van lastenbudgetten, beïnvloeden en leiden tot een onderbesteding in de jaarrekening.
Qua bandbreedte wordt, op basis van voorgaande jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag van
maximaal € 15 mln.
Baten
Uitkering provinciefonds
Op Prinsjesdag (dinsdag 17 september) wordt door de minister van Financiën de Miljoenennota en de
Rijksbegroting aan de Tweede Kamer aangeboden. Op basis van de daarin opgenomen plannen en voornemens
wordt ook de septembercirculaire van het provinciefonds gepubliceerd. Daarin is opgenomen wat de ontwikkeling
is van de omvang van de uitkering (accres) van het provinciefonds voor zowel het jaar 2024 als daarna. De
publicatie van deze circulaire komt te laat om nog te verwerken in deze Najaarsnota 2024. De uitkering die de
provincie Zuid-Holland ontvangt kan zowel naar boven als naar beneden worden bijgesteld als gevolg van de
Rijksbegroting. Verder wordt aan het einde van het jaar de Decembercirculaire gepubliceerd, waarin op basis van
de laatste ontwikkelingen nog een bijstelling wordt doorgevoerd voor het jaar 2024. In zowel de September- als
Decembercirculaire worden jaarlijks ook decentralisatie-uitkeringen opgenomen: dat zijn algemene middelen die
aan provincies worden verstrekt die niet volgens het verdeelmodel van de algemene uitkering verdeeld kunnen
worden. Qua bandbreedte wordt, op basis van voorgaande jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag
van maximaal € 5 mln (zowel positief als negatief).
Motorrijtuigenbelasting
Volumewijzigingen in het jaar 2024 kunnen het jaarrekeningresultaat beïnvloeden. Met name door de ontwikkeling
van het aandeel elektrische auto's, die tot en met 2024 volledig zijn vrijgesteld van de heffing, is de verwachting van de opbrengst onzeker. Qua bandbreedte wordt, op basis van voorgaande jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag van maximaal € 5 mln (zowel positief als negatief).