Ambitie 5 Gezonde natuur, toekomstbestendig watersysteem en vitale landbouw
Begrotingssubsidies 2024 in vergelijking met 2023 (in €)
Beleids-doel | Naam instelling | Maximaal te subsidiëren 2023 | Kadernota 2024 | Begroting 2024 | Voorjaarsnota 2024 | Najaarsnota 2024 | Maximaal te subsidiëren 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | Faunabeheer eenheid Zuid-Holland | 800.000 | 800.000 | 800.000 | |||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Meijegraslanden | 300.000 | 300.000 | ||||
5.1 | Nationaal Park Hollandse Duinen t.b.v. uitvoering samenwerkingsovereenkomst | 121.000 | 121.000 | 121.000 | |||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon t.b.v. realisatie en beheer | 3.500.000 | 1.600.000 | 700.000 | 2.300.000 | ||
5.1 | Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland t.b.v. ontwikkelen verdienmodel | 80.000 | 80.000 | ||||
5.1 | Agrarische Natuurvereniging Vockestaert t.b.v. Weidevogelcompensatie N223 Duurzaam Veilig Fase 3B | 51.519 | |||||
5.1 | Louis Bolk instituut t.b.v. Kieviten en bouwland | 800.000 | 50.000 | 50.000 | |||
5.1 | Vereniging Natuurmonumenten t.b.v. peilscheidingen Nieuwkoopse plassen-Meijegraslanden | 185.489 | 185.489 | ||||
5.1 | Agrarisch Collectief Alblasserwaard-Vijfheerenlanden t.b.v. Biodiverse sloot en rand Alblasserwaard-Vijfheerenlanden | 363.000 | |||||
5.1 | gemeente Krimpenerwaard t.b.v. Project Proeftuin Krimpenerwaard | 1.000.000 | |||||
5.1 | Hoogheemraadschap van Rijnland t.b.v. project natuurvriendelijke watergangen | 450.000 | |||||
5.1 | Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard t.b.v. project klei op veen | 1.000.000 | |||||
5.1 | Recreatieschap Voorne-Putten t.b.v. project bos en bomen Voorne Putten | 800.000 | |||||
5.1 | Huisman Vastgoed B.V. t.b.v. realisatie 5MW walstroominstallatie | 1.900.000 | |||||
5.1 | Natuur- en recreatieschap Voorne-Putten- Rozenburg t.b.v. bosuitbreiding in recreatiegebied de Uitwaayer | 500.000 | 500.000 | ||||
5.2 | Coöperatie Hoeve Biesland BA t.b.v. Boeren voor Natuur | 120.000 | 60.000 | 60.000 | |||
5.2 | Stichting Wij.land t.b.v. Lerend Innovatienetwerk Veenweiden 2024-2025 | 150.000 | 150.000 | ||||
5.2 | Gemeente Woerden t.b.v. bestuurlijk kennisevent VNG Congres | 50.000 | 50.000 | ||||
5.2 | Stichting Landschap Noord-Holland t.b.v. project Proefveld Wilgen in Business | 50.000 | 50.000 | ||||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. Projecten KIEM en JUMP | 310.142 | 310.142 | ||||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project Boeren bij Hoogwater | 629.919 | |||||
5.2 | Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden t.b.v. Project IBP Boer aan het Roer | 40.000 | |||||
5.2 | LTO Noord t.b.v. Boeren met Toekomst in polder Aarlanderveen | 137.725 | |||||
5.2 | Nationaal Kenniscentrum Bodemdaling en Fundering | 96.400 | |||||
5.2 | Wageningen Bioveterinary Research t.b.v. Wijs met wormen | 100.000 | 100.000 | ||||
5.3 | Gemeente Westland t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 100.000 | 100.000 | 18.912 | 118.912 | ||
5.3 | stichting Nieuw-Holland t.b.v. Zuid-Hollands kunst initiatief verkenningsfase | 100.000 | |||||
5.3 | Coöperatie Nature Water U.A. t.b.v. Project Coastar Waterbank Westland locatie Hooghe Beer | 300.000 | |||||
5.3 | Stichting Wageningen Research (WUR) t.b.v. realisatie van de KRW-doelen | 25.000 | |||||
5.3 | Greenport Duin- en Bollenstreek t.b.v. regiocertificering | 400.000 | 400.000 | ||||
Totaal | 12.334.563 | 2.500.000 | 1.085.401 | 1.440.142 | 550.000 | 5.575.543 |
Toelichting begrotingssubsidies
De begrotingssubsidie aan Louis Bolk instituut t.b.v. Kieviten en bouwland voor een bedrag van € 50.000 (beleidsdoel 5-1)
De provincie Zuid-Holland constateert dat de achteruitgang in het aantal weidevogels, nog niet is gestopt. Dit ondanks dat meer praktische maatregelen ter beschikking zijn gekomen ten behoeve van agrariërs (zie onder meer het project Winst & Weidevogels en bijv. beginnend inzicht is ontstaan over kuikenoverleving van kieviten met braakstroken op grasland). Ook het aantal kieviten (Vanellus vanellus) blijft afnemen. Vooral de overleving van kuikens lijkt hierbij een probleem, waarbij voedselbeschikbaarheid (direct en indirect) als een van de belangrijkste oorzaken wordt aangegeven, naast predatie (Loonstra et al, 2021). Bovendien kiezen kieviten in graslandgebieden veel voor het broeden op bouw-/maisland. Daarvoor kunnen pakketten voor agrarisch natuurbeheer worden afgesloten. Afsluiten van deze ANLb-pakketten op bouw-/maisland wordt echter minder aantrekkelijk, indien vervolgens gebruik van herbiciden daarop niet meer wordt toegestaan. Dit dan conform het Zuid-Hollandse beleid voor overige ANLb/SNL-percelen. Niet meer toestaan heeft consequenties voor de onkruidbeheersing. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland wensen daarom alternatieven voor het gebruik van dergelijke middelen te verkennen met mogelijkheden en onmogelijkheden (GS, 2022). De reden voor de ophoging van het subsidiebedrag is dat er in het oorspronkelijke subsidiebedrag geen rekening was gehouden met btw. Hierdoor is het bedrag niet toereikend voor de volledige uitvoer van het onderzoek. Na dat dit geconstateerd was, is afgesproken om aanvullend budget mee te nemen in de najaarsnota 2024. Deze subsidie wordt gedekt met bestaande exploitatiemiddelen in beleidsdoel 5-1 Gezonde natuur.
De maatschappelijke baten zijn beleidsprestatie 5-1-2 Beschermen en versterken bestaande natuur en soorten. Het Actieplan Boerenlandvogels is opgesteld om gericht te kunnen werken aan afname van de biodiversiteit van het boerenland, met boerenlandvogels als vlaggenschip. Zuid-Holland heeft namelijk een belangrijke nationale verantwoordelijkheid voor boerenlandvogels, en dan met name weidevogels. Met uitvoering van het Actieplan Boerenlandvogels wordt geprobeerd de achteruitgang van deze soorten te stoppen. Het aantal kieviten blijft afnemen. Vooral de overleving van kievitskuikens op bouwland lijkt een belangrijk probleem. Daarvoor is meerjarig onderzoek nodig op bouwland om te achterhalen hoe kuikenoverleving omhoog te brengen is.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van de betrokken activiteiten.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 50.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Wageningen Bioveterinary Research t.b.v. Wijs met wormen voor een bedrag van € 100.000 (beleidsdoel 5-2)
Wijs met Wormen richt zich op het beheersen van maagdarmworm- en leverbotinfecties bij herkauwers (focus: runderen) door monitoring en preventieve (management)maatregelen en draagt aldus bij aan de transitie naar een duurzaam hoogwaardig voedselsysteem. Beoogd doel van dit project is het ontwikkelen van praktische handvatten voor veehouders en dierenartsen, waarmee de gezondheid van dier, mens en milieu geborgd kan worden en het inzetten van anti-parasitaire diergeneesmiddelen geoptimaliseerd en gereduceerd kan worden. Tegelijkertijd zullen nieuwe interventiestrategieën ontwikkeld worden om besmettingen gecontroleerd te laten verlopen. Als provincie leveren we een bijdrage van € 25.000 per jaar aan dit onderzoek gedurende vier jaar. De bijdrage wordt gedekt uit (meerjarige) budgetten welke reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5-2-1 Toekomstbestendige en natuur inclusieve landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-2-1 Toekomstbestendige en natuur inclusieve landbouw. Dit draagt bij aan verbetering gezondheid van mens en dier, voorkomen negatieve effecten op bodem- en watersysteem, transitie naar een duurzaam hoogwaardig voedselsysteem.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Met subsidie leveren de gezamenlijke overheden een bijdrage aan het project “Wijs met Wormen/Herkauwers”. Daarom is subsidie een beter instrument dan opdrachtverstrekking.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 100.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Greenport Duin- en Bollenstreek t.b.v. regiocertificering voor een bedrag van € 400.000 (beleidsdoel 5-3)
Regiocertificering staat voor een duurzame teelt van bloembollen en andere opengrondsgewassen in de Duin- en Bollenstreek. Het project is door de sector zelf ontwikkeld en door de overheden ondersteund. Daarbij ligt de nadruk - in lijn met de urgentie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) - op gewasbeschermingsmiddelen en fosfaat en het daarmee verminderen van emissies op oppervlaktewater en de bodem. Dit biedt meekoppelkansen met andere doelen, zoals voor stikstofverbindingen, klimaat en biodiversiteit. Het initiatief ligt bij de deelnemende telers en vernieuwing van vakmanschap en bedrijfsvoering staat centraal. De aanpak start in 2024 met enkele studiegroepen en wordt in enkele jaren opgeschaald tot het grootste deel van de grondgebonden sierteeltbedrijven. Centraal in de aanpak staat doelsturing met behulp van kritische prestatie indicatoren (KPI’s) per perceel, vergelijking van bedrijven onderling, het samen leren en aangevuld met individueel advies. Onderzoek, kennisontwikkeling en geborgde implementatie, in een samenwerking met de gehele keten en omgeving, vormen een continu leerproces voor agrarisch ondernemers, sectororganisaties en overheden. In een jaarlijkse cyclus is er monitoring en rapportage. Zo krijgt de bloembol een plek in een duurzame toekomst voor het gebied. Dekking wordt gevonden onder beleidsdoel 5.3 Leven met water.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-3-2 Waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid . Het project draagt bij aan de doelen voor de waterkwaliteit die de KRW stelt. Doordat de totale bedrijfsvoering kwalitatief verbetert, leidt dit ook tot verbetering van maatschappelijke doelen rond klimaat, stikstof en biodiversiteit. Regiocertificering is als initiatief van de sector baanbrekend voor de bollenteelt (opengrondssierteelt) en de omgevingskwaliteit in de Duin- en Bollenstreek, bovendien toonaangevend voor de land- en tuinbouw als geheel.
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Er is nagedacht over welk instrument het geschiktst zou zijn. Er is geen directe tegenprestatie, het betreft een financiële bijdrage ten behoeve van een algemeen doel. Om deze reden is gekozen voor het subsidie-instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 400.000 en deze op te nemen in de begroting.
Boekjaar- en projectsubsidies 2024 in vergelijking met 2023 (in €)
Beleids-doel | Subsidie-regeling-nummer | Titel van regeling | Maximaal te subsidiëren 2023 | Kadernota 2024 | Begroting 2024 | Voorjaarsnota 2024 | Najaarsnota 2024 | Maximaal te subsidiëren 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | 1.6.21 | Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap 2013 (SKNL) | 46.596.000 | 13.500.000 | 9.711.200 | 2.107.800 | 25.319.000 | |
5.1 | 1.6.68 | Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 | 107.792.000 | 29.190.000 | 29.190.000 | |||
5.1 | 1.6.119 | Subsidieregeling natuurmaatregelen Zuid-Holland 2023-2025 | 7.200.000 | 3.743.500 | 10.943.500 | |||
5.1 | 1.6.122 | Subsidieregeling verplaatsing en beëindiging veehouderij Zuid-Holland 2023 | 1.000.000 | |||||
5.1 en 5.2 | 1.6.126 | Subsidieregeling landbouw Zuid-Holland | 100.000 | 100.000 | ||||
5.1, 5.2 en 7.3 | 1.6.76 | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 | 13.745.000 | 5.215.000 | 13.347.024 | 900.000 | 19.462.024 | |
5.2 | 1.6.121 | Regeling Europese landbouw subsidies Zuid-Holland | 21.000.000 | 23.000.000 | 3.500.000 | 15.993.626 | 42.493.626 | |
Totaal | 197.333.000 | 0 | 70.905.000 | 30.301.724 | 19.101.426 | 127.508.150 |
Toelichting boekjaar- en projectsubsidies
Voor 1.6.21 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Zuid-Holland 2013 het plafond van € 23.211.200 te verhogen met € 2.107.800 naar € 25.319.000 (beleidsdoel 5-1)
Voor het behoud van de biodiversiteit in Zuid-Holland werkt de provincie Zuid-Holland aan de realisatie en behoud van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Voor het realiseren van natuur middels zelfrealisatie door eigenaren van agrarische grond bestaat de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013. De zogenaamde zelfrealisator krijgt dan een subsidie voor de waardedaling van de grond als gevolg van de functieverandering naar natuur en voor de inrichtingsmaatregelen. Ook kunnen maatregelen ter bevordering van de natuurkwaliteit in bestaande natuurgebieden via deze subsidieregeling gefinancierd worden, waaronder maatregelen in kader van het Uitvoeringsprogramma Natuur. De gevraagde verhoging van het subsidieplafond komt voort uit de verwachting dat er meer subsidie voor de realisatie van nieuwe natuur zal worden aangevraagd. De dekking wordt gevonden in doel 5.1 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Nieuwe natuur realiseren. Dit draagt bij aan het behoud en ontwikkeling van natuurgebieden en landschappen waardoor de biodiversiteit niet meer achteruit gaat.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrumenten. De subsidieregeling is gebaseerd op een landelijke modelregeling die alle provincies gebruiken.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van € 25.319.000 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.126 Subsidieregeling landbouw Zuid-Holland een hoofdplafond voor een bedrag van € 100.000 (beleidsdoel 5-1)
De provinciale opgaven op het gebied van stikstof, klimaat, water en natuur landen grotendeels op het boerenerf. Om agrariërs te stimuleren hierin stappen te zetten, starten we in 2024 een nieuwe subsidieregeling: subsidieregeling landbouw. De regeling wordt een aanbouwregeling. De eerste paragraaf, verduurzaming melkveehouderij, wordt zomer 2024 uitgeschreven en het voornemen is deze na het vaststellen van de najaarsnota 2024 open te stellen. Onderdeel van deze regeling is het bieden van financiële ondersteuning bij het meten en reduceren van ammoniakemissies, voor dat deel is €3.500.000 op de begroting 2025 van team stikstof gereserveerd. Het andere onderdeel van deze regeling is het bieden van financiële ondersteuning bij het opstellen van bedrijfsontwikkelplannen, voor dat deel is € 125.000 op de begroting 2025 van team landbouw gereserveerd. De bijdrage wordt gedekt uit (meerjarige) budgetten welke reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsprestatie 5-1-4 Stikstofreductie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestaties 5-1-4 Stikstofreductie en 5-2-1 Toekomstbestendige en natuur inclusieve landbouw.
Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van verduurzaming van de landbouw.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van € 100.000 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.76 Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 het hoofdsubsidieplafond van € 18.562.024 te verhogen met € 900.000 naar € 19.462.024 (beleidsdoel 5-1, 5-2 en 7-3)
De effecten van klimaatverandering (weers-extremen, zeespiegelstijging) en bodemdaling hebben impact op de gezondheid en veiligheid van onze inwoners, de robuustheid van onze natuur, gebouwen en infrastructuur en aantrekkingskracht voor nieuwe investeringen (concurrentiekracht/vestigingsklimaat). Weersextremen met gevolgen als wateroverlast, overstromingen, langdurige droogte of hittegolven en zettingsproblemen door bodemdaling zich steeds vaker voordoen. Om ervoor te zorgen dat in Zuid-Holland ook onder deze omstandigheden onze inwoners, bedrijven en investeringen gezond en veilig blijven, moeten ook medeoverheden en private partijen hun beleid en handelen aanpassen. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) hebben de gezamenlijke overheden (gemeenten, waterschappen, provincies en het rijk) afgesproken dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust moet zijn ingericht. Voor 2024 is € 1,4 miljoen beschikbaar voor de opgave klimaatadaptatie. Vanuit deze middelen wordt het hoofdplafond nu opgehoogd met € 0,8 miljoen voor klimaatadaptatie. Voor de subsidie initiatieven voor Vitale landbouw was in de begroting 2024 € 100.000 beschikbaar. Dit plafond is inmiddels uitgeput. We hebben daarmee naast de GLB-NSP subsidie voor doorbraken in systeeminnovatie land- en tuinbouw geen middelen meer om vernieuwing en innovatie in de landbouw te stimuleren. Om toch goede projecten te kunnen steunen die buiten de GLB-NSP subsidie vallen, willen we het hoofdplafond verhogen met € 100.000 om het deelplafond voor Initiatieven Vitale Landbouw te verhogen. De subsidie wordt financieel gedekt uit de bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen voor faunabeheer in Beleidsdoel 5-2 transitie landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-2-1 Toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw. Dit draagt bij aan het verminderen van klimaatverandering, het behoud en herstel van biodiversiteit en oplossing voor andere opgaven op het gebied van bijvoorbeeld stikstof en bodem en beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied. Dit draagt bij het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van Zuid-Holland.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van soortenmanagementplannen en ter ondersteuning van de compensatieverplichting van gemeenten.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van € 19.462.024 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.121 Regeling Europese landbouw subsidies Zuid-Holland het hoofdsubsidieplafond van € 26.500.000 te verhogen met € 15.993.626 naar € 42.493.626 voor de jaren 2024 t/m 2027 (beleidsdoel 5-2)
Met de Regeling Europese Landbouw subsidies Zuid-Holland wordt bijgedragen aan de verduurzaming van de landbouw en verbetering van klimaat, biodiversiteit, bodem, water lucht op landbouwbedrijven en het landelijk gebied in de provincie Zuid-Holland. Met de regeling wordt gebruik gemaakt van Europese Cofinanciering uit het Nationaal Strategisch Plan voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). De bijdrage van de PZH wordt gedekt uit (meerjarige) budgetten welke reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsprestatie 5-2-1 Toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-2-1 Toekomstbestendige en natuurinclusieve landbouw. Dit draagt bij aan:
De subsidies die verstrekt gaan worden via de Regeling Europese Landbouwsubsidies Zuid-Holland dragen bij aan de volgende hoofd- en subdoelen van het GLB:
1. Slimme veerkrachtige landbouw
a. Realiseren leefbaar landbouwinkomen en voedselzekerheid
b. Versterken concurrentie vermogen
c. Versterken positie in waardeketen
2. Milieu, biodiversiteit en klimaat
d. Tegengaan klimaatverandering en benutten duurzame energie
e. Efficiënt beheren van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht
f. Beschermen van de biodiversiteit
3. Brede plattelandsontwikkeling
g. Stimuleren van jonge landbouwers
h. Ontwikkelen van plattelandsgebieden (sociaaleconomisch)
i. Stimuleren van maatschappelijke bewustzijn inzake voedsel en gezondheid (onder meer wat betreft veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, voedselverspilling en dierenwelzijn).
Bij elk van de negen subdoelen vormen kennis, innovatie en netwerkvorming het horizontale doel.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument. Het subsidie instrument is door de EU dwingend voorgeschreven in de Europese regelgeving over het GLB. Het hoofdplafond wordt aangevraagd voor Regeling Europese Landbouwsubsidies Zuid-Holland voor het jaar 2024. Middels deze regeling worden de Europese middelen die bedoeld zijn voor de uitvoering van het NSP van het GLB, aangevuld met provinciale cofinanciering, ingezet voor projectsubsidies. De verordening (EU) 2021/1060 behoort tot het juridisch kader van de Regeling Europese Landbouwsubsidies Zuid-Holland, hierin zijn de financiële regels ten aanzien van het Europese fonds voor de lidstaten voorgeschreven.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om het hoofdplafond vast te stellen op een bedrag van € 42.493.626 en deze op te nemen in de begroting.