Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan Planet B.io t.b.v. Biotech Campus Delft voor een bedrag van € 640.000 (beleidsdoel 4-1)
De regio Zuid-Holland wil één van de eerste volledig circulaire regio’s in de wereld worden. Industriële ecosystemen zijn belangrijke bouwstenen in de transitie naar een circulaire economie. Het ondersteunen van kansrijke biotechnologie hoort daar bij - gericht op onder meer (internationale) bedrijven die zich willen vestigen op de Biotech Campus Delft, zodat de Campus haar belangrijke rol als broedplaats voor de ontwikkeling en toepassing van duurzame voeding, chemie en brandstoffen kan ontwikkelen. De provincie draagt voor € 0,6 mln. bij aan de huidige fase van de campus. Er wordt gedurende vier jaar € 160.000 per jaar bijgedragen vanuit de provincie. Dekking van de middelen vindt plaats in doel 4-1 Innovatieve Economie.
De maatschappelijke baten die beoogd waren zijn: beleidsprestatie 4.1.1 Innovatieve economie stimuleren. Impuls wordt gegeven aan het vormen van de Biotech Campus in Delft, opdat een relevante bijdrage wordt geleverd aan het innovatieklimaat in de regio.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument aangezien de bijdrage van de provincie bestemd is voor de maatschappij en niet voor de provincie-organisatie. Ook andere partijen verstrekken hun bijdrage in de vorm van een subsidie.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 640.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Hoogheemraadschap van Delfland t.b.v. bouw en exploitatie collectieve zuivering voor een bedrag van € 467.000 (beleidsdoel 4-1 en 5-3)
Het project betreft de bouw en exploitatie van een collectieve zuivering op de afvalwaterzuiveringsinstallatie Nieuwe Waterweg van het Hoogheemraadschap van Delfland. Naast de zuivering wordt ook een nieuwe persleiding gerealiseerd, waarmee bedrijven rond De Lier worden aangesloten op de collectieve zuivering. In totaal worden ca 1000 ha glastuinbedrijven aangesloten. Door de zuivering met poeder-actief kool (PACAS) worden 95% van de in het afvalwater aanwezige gewasbeschermingsmiddelen verwijderd. Tevens worden andere microverontreinigingen, zoals medicijnresten, uit het huishoudelijk afvalwater verwijderd. Voor de verwijdering van deze andere microverontreinigingen bestaat op dit moment geen wettelijke verwijderingsplicht. Deze wordt op termijn wel verwacht gezien het voorstel voor herziening van de EU richtlijn stedelijk afvalwater (versie corrigendum procedure Europees Parlement). In de herziene EU richtlijn wordt zuivering met een zogenaamde vierde trap stapsgewijs voor de lidstaten verplicht, met als eerste fase een verplichting op 31 december 2033 voor 20% van de afvalwaterzuiveringsinstallaties groter dan 150.000 inwonersequivalenten in een lidstaat. De in aanbouw zijnde PACAS-installatie is de grootste die tot nu toe in Nederland wordt gerealiseerd. Naast de verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen zorgt Delfland ook voor een verhoging van het verwijderingsrendement voor nutriënten. Ook hiermee wordt vooruitgelopen op aanscherping van wettelijke emissie-eisen in het Besluit activiteiten leefomgeving. Door de bouw van de PACAS-installatie en het veel schonere effluent wat de zuivering oplevert ontstaat de mogelijkheid om dit vergaand gezuiverde afvalwater te benutten in tijden van droogte. De afweging over benutting zal later worden gemaakt door het Hoogheemraadschap als onderdeel van haar strategie voor circulariteit en zoet water.
Dekking van de lasten vindt plaats uit bestaande budget in beleidsdoelen 4-1 Toekomstbestendig economisch vestigingsklimaat en 5-3 Leven met water.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 4-1-2 Transitie van de tuinbouwketen en 5-3-2 Waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. De provincie heeft in een eerder stadium aangegeven bereid te zijn om een financiële garantie af te geven voor het project. Een af te geven garantie doet echter, vanwege de regels voor marktconformiteit, geen recht aan de aan het project verbonden maatschappelijke baten.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 467.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.86 Subsidieregeling campussen Zuid-Holland het hoofdplafond van € 2.500.000 te verhogen met € 150.000 naar een plafond van € 2.650.000 te (beleidsdoel 4-1)
Campussen nemen een belangrijke positie in voor innovatie en nieuw ondernemerschap. Ze zijn de kraamkamer van talent, toekomstige technologische ontwikkelingen en daarmee de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie. Om deze positie te behouden en verder uit te kunnen bouwen, zijn investeringen noodzakelijk. Met de Subsidieregeling campussen Zuid-Holland draagt de provincie bij aan de versterking en doorontwikkeling van campussen. De Subsidieregeling is in 2019 voor het eerst beschikbaar gesteld voor de campussen Leiden Bio Science Park, TU Delft Campus en de NL Space Campus in Noordwijk. Als campussen van ‘nationaal belang’ zijn zij de belangrijkste bron van werkgelegenheid, innovatie en ondernemerschap. Bestuurlijk worden deze campussen een belangrijke plek genoemd, waar talrijke startups en innovatieve bedrijven gehuisvest zijn.
Wegens de grote animo voor de subsidieregeling is voortzetting wenselijk. Om zo veel als mogelijk aan de beoogde vraag te voldoen wordt voorgesteld om het bij Voorjaarsnota 2024 ingezette bedrag van € 2,5 mln. bij Najaarsnota 2024 licht te verhogen naar € 2,65 mln. Omdat toekenningen zullen plaatsvinden in november of december 2024, vindt de uitvoering door de partners plaats daarna, in 2025 of 2026. Het budget is daarom in 2025 en 2026 geplaatst, terwijl het plafond het jaar 2024 betreft. De dekking vindt plaats in ambitie 4, doel 4.1 Innovatie: richting duurzaam en digitaal, uit reeds aanwezig budget.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 4-1-1 Innovatieve economie. Dit draagt bij aan het beoogde klimaat voor innovatie en nieuw ondernemerschap.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Met subsidie nodigen we initiatieven uit een bijdrage te leveren aan het innovatieklimaat. Hiermee kunnen ook tot nu toe onbekende initiatieven in beeld komen. Daarom is subsidie een beter instrument dan opdrachtverstrekking.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van € 2.650.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.89 Subsidieregeling deelakkoorden human capital Zuid-Holland het plafond van € 8.800.000 te verhogen met € 3.700.000 naar en bedrag van € 12.500.000 voor de jaren 2023 t/m 2027 (beleidsdoel 4-1)
In Krachtig Zuid-Holland (Coalitieakkoord provincie Zuid-Holland 2023-2027) staat dat er een groot aanbod aan banen en een tekort aan goed gekwalificeerd personeel is. We willen dat iedereen een goede baan heeft of kan krijgen en willen ons arbeidspotentieel optimaal benutten. Dat blijven we, samen met de Economic Board Zuid-Holland, doen via de Human Capital Agenda 2.0. We investeren in het programmateam en zorgen voor cofinanciering van concrete projecten (deelakkoorden) gericht op met name:

• het om- her- en bijscholen van werkenden en flexwerkers,
• het beter benutten van arbeid door werkgevers,
• intersectorale van werk naar werk transities,
• werkzoekenden aan het werk helpen,
• het aantrekken en behouden van internationale werknemers.

Voor de uitvoering van maximaal 25% cofinanciering van concrete deelakkoorden is de Subsidieregeling Deelakkoorden Human Capital Zuid-Holland opgesteld. Het huidige subsidieplafond van € 8,8 mln. is ontoereikend voor cofinanciering van concreet in voorbereiding zijnde deelakkoorden van partners om de beoogde kwantitatieve doelstellingen van de Human Capital Agenda 2.0 geheel te realiseren. Dekking van de middelen vindt plaats in de exploitatie van doel 4-1 Toekomstbestendig economisch vestigingsklimaat.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie  4-1-7 Human capital. Dit draagt bij aan een beroepsbevolking die past bij de economie van de toekomst door: het om-, bij- en herscholen van 55.000 werkenden en flexwerkers, 3.000 werkgevers begeleiden arbeid beter te benutten, 10.000 intersectorale transities van werk naar werk, 10.000 werkzoekenden naar werk begeleiden en 1.000 internationale werknemers aantrekken en behouden.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn, aangezien het betreffende bedrag geen tegenprestatie vormt voor een geleverde dienst, maar een bijdrage ter stimulering van de betreffende beleidskeuze, het zorgen voor een toekomstbestendig vestigingsklimaat voor ondernemingen.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het plafond vast te stellen op een bedrag van
€ 12.500.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.46 Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 het hoofdplafond van € 4.590.000 te verhogen met € 750.000 naar een bedrag van € 5.340.000 (beleidsdoel 4-2)
Deze verhoging heeft betrekking op paragraaf 3 Onderhoud. De provincie draagt zorg voor het onderhouden en laten draaien van historische windmolens. Ze doet dit om te zorgen voor een beter beschermd, benut, en beleefbaar cultureel erfgoed. Om toekomstige restauraties te voorkomen en het behoud van rijksmonumenten te garanderen, wordt ingezet op onderhoud van molens. De provincie kan het onderhoud van historische windmolens verbinden aan de kwaliteit van de leefomgeving. Monumenten vertellen het verhaal van onze geschiedenis en geven identiteit aan de omgeving. Dat geldt in het bijzonder voor historische windmolens. Dat zijn iconen van Zuid-Holland. Onze provincie telt 225 complete molens, maar liefst een vijfde van het Nederlandse molenbestand. Ze zijn blikvangers in het landschap en op buitenlandse toeristen hebben zij een grote aantrekkingskracht. Voor hen zijn molens en Holland vrijwel synoniem. Voor ons zijn ze zo vanzelfsprekend dat we bijna vergeten dat we er wat voor moeten doen om ze in goede staat te houden en verder te benutten. De onderhoudssubsidie wordt voor een periode van zes jaar beschikbaar gesteld en sluit aan op de Subsidieregeling Instandhouding Rijksmonumenten (SIM) van het rijk. Hierbij wordt 37% van maximaal 72.500 euro aan subsidiabele kosten (= maximaal 26.825 euro per complete molen) over deze periode beschikt. Bij incomplete molens gaat het om een subsidiepercentage van 14% (= maximaal 10.150 euro per incomplete molen). Het Rijk stelt 60% van het genoemde maximale bedrag beschikbaar, zodat 97% van het onderhoud van complete molens tot maximaal 72.500 euro aan subsidiabele kosten over een periode van 6 jaar is afgedekt. Omdat voor het bepalen van het subsidieplafond het jaar van beschikken bepalend is, dient ieder jaar het plafond voor de onderhoudssubsidie te worden aangepast aan het aantal molens waarvan het 6-jaarlijkse cyclus zich in het laatste jaar bevindt. Een nieuwe subsidieaanvraag dient namelijk het jaar voorafgaande aan een nieuwe cyclus te worden aangevraagd. Voor 2024 gaat het om 174 molens en 2 rompen die weer een nieuwe aanvraag zullen doen voor de periode 2025-2030. Het wijzigen van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 maakt deze ophoging van het plafond noodzakelijk. Dekking vindt plaats binnen de beschikbare structurele middelen van beleidsdoel 4.2 Erfgoed en Cultuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 4-2-2 Rijksmonumenten en historische molens in goede staat. De subsidie draagt bij aan de instandhouding van de monumentale molens in de provincie. Door het beschikbaar stellen van ondersteunende subsidies blijven de molens in goede staat en wordt het draaien met deze categorie erfgoed gestimuleerd, alsmede de vrijwilligers die de molens openstellen voor publiek. Het beleefbaar maken van de molens draagt bij aan een aantrekkelijk Zuid-Holland.
Het beschikbaar stellen van onderhoudssubsidies en draaipremies zijn geschikte en effectieve instrumenten om het molenbehoud te ondersteunen en te stimuleren. Dit blijkt onder meer uit de evaluatie van de regeling door de Randstedelijke Rekenkamer uit 2018, die aangeeft dat de regeling doeltreffend is en het feit dat 97% van het Zuid-Hollandse molenbestand gebruik maakt van deze financiële middelen.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om het hoofdplafond vast te stellen op € 5.340.000 en deze op te nemen in de begroting.